dinsdag 18 februari 2020

Hitler 1915 in de Duitse loopgraven: "en terwijl wij zacht fluisterend dicht tegen elkaar aangedrukt liggen in de loopgraven en omhoog kijken naar de sterrenhemel, barst in de verte een lawaai los, de slagen van kanonnen, steeds harder, tot het klinkt als een onafgebroken dreunen. Horen en zien vergaat ons, de Engelsen doen één van hun nachtelijke aanvallen, zegt men."

" 's morgens vinden wij een grote granaattrechter op 10 meter van onze schuilplaats in de loopgraven. Ik spring en ren, zo goed als het gaat over weilanden en bietenvelden, spring over sloten, over heggen en hekken van prikkeldraad en dan hoor ik schreeuwen : "HIERHEEN, ALLEMAAL HIERHEEN !"

Een lange loopgraaf ligt voor mij, ik spring erin, voor mij, achter mij, links en rechts van mij volgen ontelbare anderen....om de haverklap sloeg een granaat in. Dan enteren we een Engelse loopgraaf, wij gooien de jongens stuk voor stuk uit de loopgraven, wie zich niet overgeeft, wordt neergeknald."

aldus Hitler in Mein Kampf.

Las overigens in "Montyn" van Dirk Ayelt Kooiman, dat veel soldaten en "hoger" in de oorlog pas voelen dat ze 100% leven, zo dicht tegen de dood aan. Zijn hoofdfiguur in dat boek moest, net zoals veel andere soldaten van de ene oorlog naar de andere, als een overlevende "huur soldaat".
 Mijn opa "moest" naar Indonesië vanwege de politionele acties en ook vond hij de tweede wereldoorlog een spannende tijd. In Indonesié zag en voelde hij de keerzijde, de Nederlanders gedroegen zich nagenoeg hetzelfde als de Duitsers.

Hitler 1914 : "Uit de verte drongen de klanken door van een lied tot ons door, alsmaar dichterbij, van compagnie naar compagnie, en juist toen de dood flink in onze gelederen om zich heen greep, bereikte het lied ons ook, en wij gaven het weer door: Deutschland, Deutschland über alles, über alles in der Welt !"

En Adolf Hitler vervolgt:

"Zeventienjarige jongens zagen er nu uit als mannen." Hitler was bijzonder geïnteresseerd in alles wat met het leger en oorlog te maken had. Dat bevestigen schoolkameraden, leraren en geestelijken eenstemmig. Hij beschrijft in brieven de afgeslagen aanvallen van de vijand en het succes van de aanvallen van de eigen troepen. Frontsoldaat Hitler, die 20 jaar later op een oorlog aanstuurde met meer dan 18 miljoen doden en 200 miljoen fysieke en psychische gewonden wees in 1915 ook op de verschrikkelijke verliezen onder de eigen troepen en de vernietiging van steden en dorpen in het land van de vijand. "De offers die honderdduizenden van ons dagelijks brengen, de kwellingen, de gewonden, het bloed dat dagelijks vloeit," zoals adolf hitler schrijft, lieten hem niet onverschillig.

Hitler schrijft :
"Zo gaat het nu jaar in jaar uit verder, in de plaats van oorlogsromantiek...was de afschuw gekomen.
Mijn patriottische enthousiasme bekoelde binnen een jaar en werd door doodsangst verstikt. Telkens als de dood op jacht was, voelde ik mijn angst en de weerstand, tot eindelijk na een lange innerlijke strijd het plichtsbesef won. Al in de winter 1915/1916 was bij mij deze strijd beslist. Kon ik de eerste dagen nog jubelend en lachend de vijand bestormen, nu was ik rustig en vastbesloten."

Als soldaat was Hitler dapper, kameraadschappelijk, betrouwbaar en omzichtig, maar volgens zijn superieuren echter niet geschikt als aanvoerder. Hij raakte tweemaal gewond en kreeg talrijke onderscheidingen. Volgens ooggetuigen, luitenant kolonel Spatny en Max Josef en Ridder Baron von Tubeuf was A. Hitler aan het front moedig, offervaardig, koudbloedig en onverschrokken geweest. Zijn rechterbal was er af geschoten en volgens soldaten in de ziekenboeg lag hij dagen te kermen dat hij geen kinderen meer kon krijgen. 

Toen kwam de revolutie in Beieren, München, matrozen op vrachtwagens riepen op tot revolutie en een "paar joodse jongens" (volgens hitler) waren de "leiders" in de revolutie of strijd om de "vrijheid, schoonheid en waardigheid" van ons bestaan als volk. Hitler moest hiervan huilen, had hij hiervoor, het afzetten van zijn geliefde koningshuis (het huis Wittelsbach) van Beieren, München, gevochten in een afschuwelijke loopgravenoorlog 1914-1918 

Bovendien moet Duitsland capituleren, Hitler:  "al het persoonlijke leed verzinkt in het niet bij de ramp die ons vaderland overkomt. Alles was dus voor niets geweest. Al onze offers en ontberingen, voor niets de maandenlange honger en dorst waarin wij met doodsangst onze plicht deden en de twee miljoen soldaten die aan onze kant sneuvelden."

Volgens het commentaar argumenteerde Hitler niet als een schrijver in "Mein Kampf", maar zoals leden van rechts radicale organisaties  en knokploegen in schimmige zaaltjes, zo ook zijn bewering dat "een paar joodse jongens, waarvan er geen een aan het front was geweest, een revolutie hadden uitgeroepen."

Daarna volgt een vreemde periode waarin Hitler als een soort spion diverse bijeenkomsten van de revolutionairen bezoekt in dienst van het Duitse leger, wat daarvan over is. Zo werd Hitler, die de hem opgedragen taak tot volledige tevredenheid van zijn superieuren in het leger vervulde, naar een cursus van de inlichtingendienst gestuurd, van 5 tot 12 juni 1919 aan de universiteit van München over "staatsburgerlijk denken", een stasi achtige cursus met de overheid als big brother.


Een Roemeen vertelde mij vandaag dat het onder Ceaucescu in Roemenië ok was, ten dele maar corrupt, zolang je over Ceacescu en zijn getrouwen maar niets negatiefs zei, nu is alles en iedereen corrupt in Roemenië, er valt daar niet meer te leven, zei deze sympathieke Roemeen. 


Door een overtuigend gebrachte anti semitische redevoering kreeg Hitler in het kader van de Reichswehr een belangrijke politieke functie.
"Goddank (schreef Hitler) ging men er toe over van 'vrijwillige gehoorzaamheid' van de zwijnestal onder Kurt Eisner om weer militaire discipline en hiërarchie in te voeren."
Over de hem aangeboden functie als sprekerd bij het leger en daarbuiten, a. hitler:

"Ik begon met veel enthousiasme en toewijding. Ik kreeg nu de kans voor een vrij groot publiek te spreken en wat ik vroeger altijd zonder het te weten zuiver op mijn gevoel had aangenomen, bleek nu waar te zijn: "ik kon spreken". Nu kon ik nuttig werk verrichten in de instelling, die mij oneindig na aan het hart had gelegen: in het leger.
Ik mocht ook van geluk spreken: vele honderden, duizenden kameraden heb ik in de tijd dat ik lezingen gaf weer terug naar hun volk en vaderland gevoerd. Ik "nationaliseerde" de troepen en kon zo de algemene discipline sterker maken."



Er is een dominante karaktertrek bij Hitler die niet gezien wordt als gevolg van zijn charisma, zijn uitzonderlijke talent als spreker en de perfecte en psychologisch geraffineerde, gemodelleerde stijl als leider : Hitlers angst om zich te verplichten en om besluiten te nemen. Ook loog hij vaak over vreemde zaken, zo schreef hij dat hij lid nummer 7 was van de duitse arbeiders partij (dap), in werkelijkheid kreeg hij nummer 555, hij was het 55ste lid. Ook wist hij via leugens, roddel en intriges de voorzitter van de dap, Karl Harrer, eruit te werken en zelf voorzitter te worden.

Ook staat er in "mein kampf" (zonder veel gelezen te zijn richtinggevend geweest op scholen en universiteiten in Duitsland tussen 1925-1945) : "Het is mij (a. hitler) in Wenen slecht vergaan. ook nu nog kan Wenen alleen maar sombere gedachten in mij opwekken. Vijf jaar armoe en ellende liggen voor mij in de naam van deze Feakenstad besloten. Vijf jaren, waarin ik eerst als hulparbeider, dan als schildertje, mijn brood moest verdienen; mijn waarachtig karige brood, dat nooit genoeg was, om zelfs maar normale honger te stillen."

Hierboven staat zijn maandelijkse inkomen beschreven, hoger dan dat van een beginnend leraar of jurist en dus is ook dit een leugen, of een waarheid voor Hitler, als je dat denkt en voelt, dan is dat jouw waarheid, ook al is het feitelijk niet zo. Toch staat het ook zo beschreven op wikipedia, dat hij een arme sloeber was in Wenen....dieren kennen geen waarheid ? Alleen mensen (con)fabuleren ?  

Volgens het commentaar gebruikte Hitler deze leugen omdat hij "een eenvoudige man uit het volk wilde zijn", "een arbeider", die "eens armoede had geleden". 

Hitler, in mein kampf over de trek naar de steden door eenvoudige jongens: "Nu hangt de boerenjongen hongerend in Wenen rond, verpand of verkoopt het laatste beetje dat hij bezit, raakt ook wat kleding betreft aan lager wal en zakt daarmee ook uiterlijk af in een milieu dat hem in zijn lichamelijke misère ook nog eens geestelijk vergiftigt."

Volgens de meerderheid van de schrijvers na 1945 is het een verzinsel dat de jonge Hitler in Wenen onder erbarmelijke omstandigheden heeft geleefd, gebedeld en in het asiel heeft gebivakkeerd. Veel klanten die tussen 1909 en 1913 zijn schilderijen (die van a hitler) kochten, waren joden, wat Hitler wist (ook gaat er het verhaal dat Hitler zelf een joodse voorouder had.... en het is een geloof, geen ras). Sinds de zomer van 1910 verkocht een Hongaarse Jood, de heer Neumann, kunsthandelaar, de schilderijen van Hitler en deelde de opbrengst met hem. Bijna dagelijks bezocht Hitler de Weense hofopera, hoewel de toenmalige directeur, dirigent van het Philharmonisch orkest en componist Gustav Mahler, jood was. 

Van 1925 tot 1945 waren de teksten van Hitler voor de meerderheid van de Duitse journalisten en auteurs "het evangelie", waaraan niet zonder principiële gevolgen getornd kon worden. 

Afbeeldingsresultaat voor fools are so certain of themselves