vrijdag 12 juni 2020

soon came a day when the bottle was broken, they launched a great ship out to sea, he felt he'd been left on a desolate shore to a future he desperately wanted to flea


Als het regent in mei, dan is april voorbij.

Bifilar coil,






Nikola Tesla GIF - Find & Share on GIPHY
Top 30 Tesla Coil GIFs | Find the best GIF on GfycatTesla GIF on GIFER - by Nigami
All hail hypno coil! Upvote hypno coil! - GIF - Imgur


Animated Tesla Coil Porn (Collection - Album on Imgur


animated tesla coil porn
Animated Tesla Coil Porn (Collection - Album on Imgur

Een conservatief is iemand die het verleden met optimisme tegemoet ziet
Hoop dat de telegraaf het interessante interview met Levi Weemoedt vrij geeft, dan verschijnt dat hieronder:

Schrijver Lévi Weemoedt: ‘Ik jaag op woorden’



Droefgeestig is misschien de beste omschrijving van zowel Lévi Weemoedt als van van zijn versjes en korte verhalen. Weltschmerz om te lachen, lichtvoetig en zwaarmoedig tegelijk. De schrijver kreeg het een en ander te verstouwen in zijn leven. „Maar ik klaag niet, ik had ook voetballer kunnen worden. Dan had ik nu een sigarenzaak gehad.”

Zijn comeback kwam precies op het goede moment, vertelt Lévi Weemoedt (geboren Izaäk van Wijk). „Ik stond op het punt mijn huis te moeten verkopen. Terwijl mijn hypotheek lager is dan de huurprijzen. Van dat laatste ben ik me het lazarus geschrokken, je telt zó 700 euro per maand neer!” De dichter leefde van het sociale minimum totdat Özcan – Eus – Akyol ter ere van zijn zeventigste verjaardag een bloemlezing samen stelde. 



De cover van ’Pessimisme kun je leren!’ hangt ingelijst aan de muur in Assen. „Een gouden boek, zoals je vroeger gouden platen had. Er zijn 80.000 exemplaren van verkocht, idioot hè.”
Zijn galgenhumor spreekt aan, voorbij zijn de geldzorgen. „Een jacht kan ik er niet van kopen, maar daar ben ik ook de man niet naar. Luxe apparatuur heb ik ook niet.” Ter illustratie zwaait hij een kastdeur open, op de middelste plank staat een buikig tv’tje. „Jazeker, kleur! En geen zwart-wit met viltstiften.”
Lévi Weemoedt dubt over de frivole aankoop van een nieuwe fiets. „Mijn vriendin Katrin dringt daar ook op aan, maar ik héb nog een fiets. Een goeie fiets is wel een groot geluk.” Verontwaardigd over de suggestie: „Geen elektrische! Dan laat ik me nog liever een been afzagen.” In augustus verschijnt een boek met zijn mooiste verhalen: De scherven van het geluk. Een bundel met nieuwe gedichten, met als werktitel Gezondheid!, staat op de planning voor oktober.
Terug van weggeweest, waarom hebben we zolang niets van je gehoord?
„Ik heb een stil bestaan geleid. Na de dood van mijn vrouw Karin in 2002 schreef ik wel, heel veel zelfs, maar ik kon het niet publiceren. Over haar kon ik niet schrijven, want ik wist niet of zij dat goed had gevonden. Het was zelfmoord. Moeilijke gecompliceerde rouw, heet het in de psychologie. Ik stond er alleen voor met twee zoons, de jongste was elf jaar. Ik kan me niet meer voorstellen hoe ik toen heb geleefd. Over de zelfmoord heb ik tot twee jaar geleden mijn mond gehouden. Totdat ik dacht: het lijkt alsof iedereen het weet, behalve ik. Als het nu ter sprake komt, ga ik het niet meer uit de weg.”
Werd je gekweld door schuldgevoelens?
„Net als iedereen. Als een steen in het water plonst, heb je van die kringen eromheen. Zelfs de buitenste ring van kennissen en vrienden verweet het zichzelf. Als je vlak bij die steen zit, is het schuldgevoel zo groot als de Notre-Dame. ’Als ik dit had gedaan, had ze dan...’ Maar je kunt er niks aan doen. Volgens de wet is zelfmoord een tragisch ongeval. Dat betekent dat degene die het doet, slachtoffer van zichzelf is.”
"Vlak voor comeback stond ik op punt huis te verkopen" "ELEKTRISCHE FIETS WORDT DOOR TECHNIEK ONTWIKKELING MISSCHIEN ONZE REDDING, WIRELESS ENERGY TRANSFER, TWO WEELS or FOURSOME ," bye men no
Ben je wel boos op haar geweest?
„Nee, dat zit niet in mijn aard. Maar met een drankje op, en dat had ik vaak in die tijd, had ik wel woedeaanvallen. Vooral vanwege die twee jongens. Ik kon niks voor ze doen en wist dat dit niet goed kwam. Van ons drieën heb ik het minst te klagen.”
Kregen jullie geestelijke bijstand?
Weemoedt smaalt: „Hulpinstanties, ja, die hebben zelf heel veel hulp nodig! Oproep: iedereen die verdriet heeft, moet niet egoïstisch aan zichzelf denken, maar die hulpverleners helpen! Een goede vriend zei: ’Ik kom net zolang langs totdat jij niet meer denkt dat jij het hebt gedaan’. Dat heeft hij ook gedaan, maar het schuldgevoel zal wel nooit meer helemaal overgaan. Godzijdank denk ik er niet meer zo vaak aan. Ik heb een groot aanpassingsvermogen, anders was ik nooit uit dat dal geklommen en had ik het geloof in de vrouw verloren.”
Jouw pseudoniem Weemoedt verraadt het misschien al een beetje, maar was je altijd al zwaarmoedig van aard?
„Als kind was ik een beschouwer, ik keek rond hoe het zat. Tegelijkertijd vond ik niks leuker dan een actief leven. Als kind liep ik van Vlaardingen naar Rotterdam met een groepje. Toen was er geen ouderlijk toezicht. Die overbeschermende ouders van nu... Jongeren zijn eenkennig, alsof ze zwaar gereformeerd of islamitisch zijn. Een vorm van puritanisme; vrijdenkers worden geblokkeerd. Ik vind het gevaarlijk en ongezond om geen kennis te maken met verschillende meningen en standpunten.”
Terug naar je jeugd!
„Ik voetbalde op straat en was beslist geen boekenwurm. Voor mijn twintigste heb ik hooguit twee boeken gelezen. Ik werd gescout door een meneer in een grijze regenjas en zou de professionele voetballerij ingaan. Vleiend, ik kon naar het enige voetbalinternaat in die tijd, van Go Ahead. Mijn vader stak er een stokje voor en stuurde me naar de middelbare school. Ik heb gesloft, anders had ik nu een sigarenzaak in Amsterdam gehad.” Grijnst: „020 is niks voor iemand die onder de rook van 010 vandaan komt.”
Waar komt jouw grote taalgevoel vandaan, met maar twee boeken in je hoofd?
„Dat heb ik ingehaald, voor mijn studie Nederlands moest ik er verplicht vijftig lezen. Eigenlijk wilde ik klassieke talen studeren, maar dat durfde ik niet aan. Ik kom uit een milieu waar niemand had gestudeerd, ik kon niet aan een oom of tante vragen hoe dat was. Ik was bang. Aan Nederlands kon ik me geen buil vallen, dacht ik. Dat sprak ik al.”
Dichtte je ook als jonge jongen al?
„Ja, in de schoolkrant, tegen de oorlog in Vietnam en zo. Mijn oude rector zei jaren later dat die versjes ook al weemoedig en verdrietig van toon waren.”
Is zwarte humor jouw wapen tegen zwaarmoedigheid?
„Ja, humor haalt me uit de put en sleept me erdoorheen. Zelfspot vooral. Ik word altijd naar van zelfoverschatting, van mensen die het allemaal zo goed weten. Als je jezelf niet kunt uitlachen om alle dwaze dingen, schaad je jezelf. We worden allemaal narcistisch geboren, maar als je de boel omdraait, ben je eindelijk van jezelf verlost. Ach, de een drinkt, de ander rookt en snuift en ik draai de boel om. En ik drink ook nog, al rook ik al vier jaar niet meer. Ik raad het niemand aan te stoppen, de wijn smaakt ook niet meer.”
Uitgever Thomas Rap ontdekte Lévi Weemoedt door zijn satire in Propria Cures en gaf in 1977 zijn eerste dichtbundel uit. „Eerst kwam hij met een goedkope uitgave met een nietje. Dat nietje voelde ik letterlijk in mijn rug. Ik zag er dus liever vanaf mijn werk in druk te zien, hij kwam met een andere uitgave. Geduldig lijden, ik zie de omslag nog voor me, met een traan uit een letter. Ja, het werd goed ontvangen en beleefde een dertiende druk en een herdruk. Simon Carmiggelt die ik bewonderde, schreef er een column over. Ik dacht dat ik dronken was toen ik het las. Er groeide een vriendschap uit voort. Carmiggelt stuurde uit Parijs een ansichtkaart met twee vrouwen in grote zware rokken en schreef erop: ’Hier, Lévi, dat zijn types voor jou’.”
Je neemt de telefoon op met ’Izaäk’. Waarom koos je voor een pseudoniem?
„Omdat ik me doodschaamde voor die kinderachtige versjes. Nu heet ik voor bijna iedereen Lévi. Voor mezelf ben ik Izaäk. Op de lagere school was het ’Ies’. Aan hoe ze me noemen, kan ik de tijd afmeten waaruit ze me kennen.”
Op en top genoten van de roem?
„Jawel! Door het land scheuren met Hans Dorrestijn in een ouwe Renault 4. Overal voorlezen, ook in een gesubsidieerd jeugdhonk vol punkers met messen. Dat staalt een mens. Echt beroemd was ik nou ook weer niet. Ik kwam één keer op televisie, voor de rest was ik een grijze, verkreukelde krantenfoto. Ik was zo onzichtbaar dat ze mythes over me sponnen. Zei een mevrouw: ’U slaapt toch in een doodskist?’ Terwijl ik blij was dat ik een Auping kon betalen. Rond mijn gestalte hing het aura van een popster. In die tijd stonden bij de uitgang weleens leuke dames die vroegen of ik hun borsten wilde signeren. Dat deed ik natuurlijk, ik zou wel stom zijn dat te laten.”
Lévi Weemoedt gniffelt jongensachtig. „Maar het was ook gênant voor een braverik als ik.”
Hoe denk je terug aan die tijd?
„Het ging grotendeels langs me heen. Ik was getrouwd, woonde in een klein huisje in Vlaardingen en stond voor de klas. Maar hoe vaker ik naar mijn studeerkamer vluchtte, des te tumultueuzer het leven werd. Dat is het lot, de dobbelsteen regeert over het leven. De één gooit een zes, de ander gooit een één. Er is heel wat op mijn pad gekomen, ik zal niet zeggen dat ik een rotleven heb gehad. Wel een zwaar leven en ik slalom niet om problemen heen.”
"Humor haalt me uit de put en sleept me erdoorheen"
Zijn jeugd was verre van ideaal. Thuis was veel ruzie, zijn moeder had een buitenproportionele behoefte aan stofzuigen en het kroegleven en stapte op een gegeven moment op.
Dat is een slechte start van een mensenleven.
„Ik weet wat het is om niet echt een moeder te hebben. Daardoor heb ik wel het geluk gehad twee lieve mensen te leren kennen: mijn tante en oom. Ik ben bij hen opgegroeid. Voor een kind is het wel pijnlijk om te voelen dat de mensen om je heen niet tot je gezin behoren. Maar er zijn anderen met huiveringwekkender levens. Dan moet ik niet zeuren en mekkeren dat dat mijn leven heeft gestempeld.”
Maar heeft het je wel gevormd?
„Ja, ik ben heel schuchter, dat gaat nooit over en komt daarvandaan.”
Ondanks het succes?
„Om succes gaat het niet. Ik vind het geweldig om een mooie zin te maken. Wat je als schrijver doet, is blijven zoeken naar die ene formulering die de kern weergeeft, die het meest adequaat is. Mannen zijn jagers, mijn jacht is op woorden.
Schrijven is een kinderlijke behoefte, een spel. Een volwassen man gaat toch niet de hele dag met een pennetje op papier zitten krassen? Dat doen ze in het gesticht. Een schrijver heeft een status dat-ie alles weet. Is niet zo. Een schrijver moet intuïtie hebben, een antenne voor de tijdgeest. En niet hoogdravend schrijven.”
Heb je perfecte zinnen geschreven?
„Ja, een aantal. Van de Eerste Wereldoorlog heb je bij Belgische en Franse dorpjes van die piepkleine begraafplaatsjes. Zó klein. Ik schreef: Om er te komen, moet je er gesneuveld zijn. Van zo’n zin word ik gelukkig. Stom hè. De directeur van de ING zal wel denken... Ik hou ook van aforismen, korte dingen, grapjes: Een conservatief is iemand die het verleden met optimisme tegemoet ziet. Komt zo op.” In huize Weemoedt liggen overal balpennen en stapeltjes lege blaadjes paraat voor elke inval. „Ook naast het bed.”
Jouw werk is altijd toegankelijk, geestig en lichtvoetig. Geen zin in een grote literaire roman?
„Ik heb een afkeer van mensen die literatuur belangrijk vinden. Literatuur begint waar het plezier ophoudt. Korte verhalen zijn romans zonder de vervelende stukken. Ik lees liever non-fictie en verslind true crime! Fantasie heb ik zelf wel, die van anderen vind ik niet zo interessant. En weet je dat lezen slecht voor je ogen is? Is een oude wijsheid, haha. Toen ik begon met lesgeven, scheelde ik maar drie jaar met de oudste leerlingen. Ik heb ze veel laten lachen. De hbs had een loodzware boekenlijst die een kwelling was. Ik heb hem tot plezier gemaakt door er Heere Heeresma en Kees van Kooten op te zetten. Een goeie detective mocht ook.”
Springlevend, maar dood gewaand. Hoe heb je dat ervaren?
„Eus zei hardop wat voor velen gold: ’Ik dacht dat je al dood was’. Ik kan er nu om lachen. Echt gebeurd: in Vlaardingen woonde ik tegenover de kerk, kwam ik op zondagmorgen nietsvermoedend mijn huisje uit, stond er een man die zei: ’Weet u dat Lévi Weemoedt hier vroeger woonde?’ Ik kon even niks uitbrengen, ik dacht bang dat ik misschien wel dood was. Zwaarmoedige mensen hebben dat, dat ze wakker worden en denken: leef ik nou of niet?”
Hoe is het nu met je depressiviteit?
„Minder dan het was. Ik heb op mijn 65e een openhartoperatie van zeven uur gehad. Lag ik op de IC bij te komen, sloeg de operatieploeg alarm. Een ader was te strak aangetrokken en ik ging bijna de pijp uit. Opnieuw opereren, alles weer open. Ik grap weleens dat ze toen het topje van mijn depressiviteit eraf hebben gesneden. Nog los van alles wat er nu gebeurt en dat ik Katrin ben tegengekomen, voel ik me minder treurig. Het doodsverlangen knaagt nog, maar de haast is afgenomen. Iets daarvan blijft altijd, zeker als je nadenkt en schrijft. Het gevoel een vreemdeling in de wereld te zijn zal nooit helemaal weggaan.”
Zijn beste maatje, Rakker de rottweiler, is drie weken geleden overleden. „Waardeloos, ik kan er niet over praten. Ik kan niet zonder hond, ik leef alleen, een hond is gezelschap. Katrin en ik wonen niet samen, maar gelukkig logeert ze hier vaak. Af en toe leen ik haar hond, ik ben een grage wandelaar. Half acht op, naar het bos. De hele hondenclub – vrienden en vriendinnen – is daar. Ik ben Katrin daar tegengekomen. Een vrij hulpeloos kijkende vrouw met in de ene hand een fiets en in de andere een grote bouvier die een andere kant op trok. ’Mevrouw, laat hem maar los, die loopt wel mee’, zei ik tegen haar. En dat deed hij. Katrin dacht dat die man alles wist en kon. Tegenvaller. Ik kon niks, wist niks en was nog een armoedzaaier ook.”
Tot nu, een man in bonis!
„Haha. Eerder waren we gebonden doordat er geen geld was. Nu omdat we geen tijd hebben. Fijn om eens uit eten te gaan. Maar we hoeven niet alles in te halen, het is leuk om Katrins dochter van veertien een extraatje te kunnen geven. Zou ik heel rijk zijn, dan ken ik genoeg arme mensen die ik 100 euro zou willen geven. Ik vind het vooral fijn dat het me allemaal zo wordt gegund. Dat de caissière van Jumbo zegt dat ze het zo fijn voor me vindt. Had ik nooit gedacht.”
Ben je bang om weer in het zwarte gat van de vergetelheid te verdwijnen?
„Ik heb niet de illusie dat dit altijd maar zal doorgaan. Ik zie het als een extraatje, een toegift. Verslaafd aan roem ben ik niet. Is niet nodig. Binnen de mogelijkheden ben ik best een gelukkig mens.”



Staatssecretaris Barbara Visser (Defensie) startte al in de zomer van 2018 met de zoektocht naar een alternatieve locatie voor de marinierskazerne die naar Vlissingen zou verhuizen, schrijft de Volkskrant zaterdag. Dat is een jaar eerder dan ze begin dit jaar meldde in de Tweede Kamer. Defensie ontkent de berichtgeving echter.
De Volkskrant meldt dit op basis van vertrouwelijke Defensie-stukken die in handen van de krant zijn en gegevens die Zeeland en Vlissingen hebben verstrekt na Wob-verzoeken.
Visser vertelde in februari van dit jaar dat ze in mei 2019 een "formeel alternatievenonderzoek" begon, nadat ze een jaar eerder twijfels kreeg over de verhuizing van Doorn naar Vlissingen. De staatssecretaris zei ook dat er al in het najaar van 2019 gesprekken plaatsvonden over een eventuele verhuizing naar Rotterdam.
Volgens de Volkskrant was Visser echter in de zomer van 2018 al actief en formeel op zoek naar een alternatieve locatie. Defensie reageert dat alles vóór mei 2019 een verkenning was, dat de krant de verkeerde conclusie getrokken heeft en dat de staatssecretaris zich alleen versprak: ze bedoelde niet het najaar van 2019, maar dat van 2018.
"De staatssecretaris heeft in het plenaire debat op 20 februari 2020 meerdere malen aangegeven dat zij al in het voorjaar van 2018 twijfels had over het proces", staat in de verklaring van het ministerie. "En dat zij vanaf toen andere opties, te weten Doorn en Rotterdam, als vestigingsplaats aan het verkennen was."

Eerste gesprekken over Doorn en Rotterdam in 2018

Oud-staatssecretaris Co Verdaas werd door Visser in juni 2018 aangesteld om te onderzoeken of het mogelijk was "om de verhuizing naar Vlissingen af te blazen", schrijft de Volkskrant. De krant meldt dat zijn eerste opdracht was om met de lokale bestuurders in gesprek te gaan om te kijken of de kazerne toch in Doorn kon blijven.
In het najaar startten ook gesprekken over een eventuele verhuizing naar Rotterdam. Dat de verhuizing naar Vlissingen mogelijk niet doorging, was op dat moment niet bekend in Zeeland. De provincie trof voorbereidingen op de komst van kazerne, terwijl onder mariniers ontevredenheid heerste over de nieuwe locatie.
In januari van dit jaar werd bekendgemaakt dat de kazerne niet, zoals in 2012 was besloten, naar Zeeland zou verhuizen. Het Gelderse Nieuw-Milligen bij Apeldoorn is daarom als nieuwe locatie aangewezen. Zeeland eist 53,3 miljoen euro van het Rijk als compensatie voor de gemaakte kosten en misgelopen inkomsten.
Visser kwam door haar besluit zwaar onder vuur te liggen, maar een motie van afkeuring werd niet aangenomen. Ze bood destijds haar excuses aan voor de manier waarop zij heeft besloten de verhuizing af te blazen.
Nu wordt er door Sander Dekker en Barbara Visser via politiek vvd gehuichel voor 330 miljoen eur een zwaar beveiligde gevangenis gebouwd met direct rechtspraak op de locatie, je mag hopen dat sander dekker en barbara visser daarin als eersten een jaar opgesloten worden wegens mammon bedrog van elke nederlander en elke gevangene, rattengespuis. 
Zeeland heeft met de dienst justitiële inrichtingen een rapport laten opstellen waaruit blijkt dat de zeeuwen en het gevangeniswezen deze gevangenis niet willen, het is zieke bijna frauduleuze verspilling vanwege politiek gekonkel met belasting geld.