dinsdag 18 februari 2020

Men in tights. Ontslag, ook dat nog, door een bange en laffe, het goede, het betere en het nieuwe vermoordend als lege, ijdele en egocentrische kakelbureaucraat (isn’t he a bit like you, nowhere man)



Datum 21 OKT 2019
Betreft ontslag

Geachte heer Van Veenendaal,

Hierbij deel ik u mede dat ik u wegens een verstoorde arbeidsverhouding met ingang van 1 november 2019 eervol ontslag verleen met toepassing van artikel 99, eerste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR). Hetgeen ik heb genoemd in het voornemen tot ontslag en de bijlage hierbij van 25 september 2019, kunt u hier als herhaald en ingelast beschouwen.

 Zienswijze
In overeenstemming met artikel 4:8 en 4:9 van de Algemene wet bestuursrecht, heb ik u in de gelegenheid gesteld uw zienswijze ten aanzien van dit voornemen zowel schriftelijk als mondeling kenbaar te maken. U heeft ervoor gekozen om enkel per e-mail, en wel op 27 september 2019, een reactie te geven. Op 27 september 2019 heb ik een bericht ontvangen dat u aan zowel diverse nieuwsredacties, als de secretaris-generaal heeft gemaild, waarin u (kort en zakelijk samengevat) aangeeft dat u het gevoel heeft gecensureerd te zijn, de leidinggevende capaciteiten van de directeur Eenheid Secretariaten Tuchtcolleges en Toetsingscommissies in twijfel trekt en tot slot helder maakt dat u hem nooit meer wil zien, horen of lezen van hem, en daar zeer dankbaar voor bent.

Belangrijkste feiten en omstandigheden
Ik stel vast dat u gedurende een langere periode, ondanks herhaalde oproepen dit niet te doen, steeds opnieuw ongevraagd e-mails heeft gestuurd aan grote groepen geadresseerden binnen het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Herhaaldelijk is dringend verzocht dit mailgedrag te beëindigen. Gesprekken hierover met uw leidinggevende(n) bij BZK, hebben niet tot verbetering geleid. Integendeel: een beëindiging van de detachering aldaar was het gevolg.

Ook een indringend gesprek op 1 november 2018 met uw leidinggevende, de heer Maas, heeft niet geleid tot verandering in uw houding en gedrag. Zo heeft u in de periode van 21 tot en met 24 december 2018 uw gedrag voortgezet. Ook na een voornemen tot schriftelijke berisping van 9 januari 2019 heeft u op 10 januari 2019 gemeend juist dit voornemen te moeten mailen naar grote groepen medewerkers (van onder meer het ministerie van VWS, BZK, Financiën en P-Direkt), met een ongepast begeleidend schrijven. Dit ondanks het feit dat u nadrukkelijk bent gewezen op de Gedragscode Integriteit Rijk en het feit dat "Van ambtenaren mag worden verwacht dat zij zich naar de ander correct, fatsoenlijk, en respectvol gedragen, dat zij de ander serieus nemen en diens privacy respecteren".

Uiteindelijk is het noodzakelijk gebleken u een fysieke en online toegangsontzegging op te leggen bij besluit van 16 januari 2019. Daarbij heeft u de aan u gezonden brieven vanaf 9 januari 2019, na opening, steeds teruggestuurd met de tekst 'Retour afzender'. Op sms-berichten van uw leidinggevende, de heer Maas, heeft u niet meer gereageerd. Uit het geheel aan voorvallen, in combinatie met uw e-mails van 19 en 21 februari 2019 en ook uw zienswijze van 27 september 2019 blijkt mij in ieder geval dat sprake is van een zodanige verstoring in de arbeidsverhouding, dat ik geen verdere mogelijkheden meer zie om uw gedrag bij te sturen. Ik heb het vertrouwen verloren dat er nog sprake zou kunnen zijn van een vruchtbare arbeidsverhouding.

Besluit
Op basis van uw reactie van 27 september 2019 zie ik mij gesterkt in mijn voornemen en ik besluit hier dan ook niet van af te wijken. Ik besluit dan ook om, zoals aangegeven in het voornemen van
Ik besluit dan ook om, zoals aangegeven in het voornemen van 25 september 2019, om u wegens de voornoemde impasse in de arbeidsverhouding met ingang van 1 november 2019 eervol ontslag te verlenen op grond van artikel 99, eerste lid, van het ARAR.

Indien u inkomsten ontvangt naast uw uitkering, kunnen deze inkomsten in mindering worden gebracht op de uitkering. Als u niet voldoet aan uw verplichtingen, kan de uitkering worden gestopt. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Ter vermijding van vertraging in de bezorging van deze aangetekende brief aan u, heb ik dit bericht eveneens per e-mail aan u verzonden. Hoogachtend, de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, namens deze, de plaatsvervangend secretaris-generaal,