maandag 30 september 2019

hare rotheid, ai komp u ter hulp


        Alex de holle Bolle

seurry heur keehrel neuks peurseunleuks. 

Dus wel, mensen willen echt niets zien, prins benard (opa) heeft 5 keer bij hitler gesmeekt om gouverneur van nederland te mogen worden. Beatrix begon veur de schone schijn heel kort goed met mandela en nog 1 humanitair iets, daarna was het ijdele egoïstische bekaktheid van "ons soort mensen, keuningshuize". Verderop staat beschreven dat prins claus gek werd van zijn zielloze geestloze formele protocolfasciste "vrouw" beatrix en ook nog met lubbers geil doen en dat is de waarheid en dat lubbers gedoe, gatver, prima, maar alles weg gecamoufleerd onder de schone schijn.

En ik schrijf wel stoer debiel, ik ben geen haar beter, 25 jaar overheidswerk..

Hm. Van 25 jaar werken bij de overheid waren er zeker 14 jaar zeer goed, 6 jaar wat minder en 5 jaar ook of vooral vanwege beroerde leidinggevenden afschuwelijk. 

De meerderheid is goed.

SPEED UP BOY   SPEED UP BOY

HOPE BETRAYS AND KILLS REALITY


artificial intelligence is of zijn de gecombineerde 4 miljard zielen die op internet werken....plus de zielen van overledenen en de slimmere octopus, dolfijn....geen veel te harde domme schedel waar doorheen gebroken moet worden..

Kees van Kooten, taken from "veertig" :

Ik had zestien jaar toen ik, in Frankrijk, voor het eerst kennis maakte met het verschijnsel Kaas Toe. Ik zou met een schoolvriend, Ad van der Duim, naar Parijs liften. Tot even over de belgies-franse grens, in La Capelle, ging alles goed. Daarna stopten er geen autoos meer. De avond vallende, gingen wij in onze slaapzakken ter greppel. Volgende morgen om vijf uur alweer rillend met onze duimen omhoog, op het laatst zelfs tegen tractoren.

Zonder resultaat. De avond wederom vallende, waren wij twintig kilometer verder gelopen, blaren op onze duimen van het liften. Wij begonnen met gillende honger ons geld te tellen, in de berm. Besloten dan tenminste warm te eten. Doorgesukkeld tot restaurant Routier. Twee menu’s van zeshonderd oude francs besteld. Eerst soep, toen vlees, haricots verts, salade, frieten. Elk twee glazen rode wijn erbij.

Hadden nog nooit van ons leven zo lekker gegeten! Werd er bij wijze van dessert ook nog een grote glazen stolp met allemaal soorten kaas voor ons op tafel gezet. Lieten wij dit ons geen twee keer zeggen: aten wij samen het hele plateau tot de laatste kaaskruimel leeg! Kwam kwartier later de bazin, druk geweest met met chauffeurs flirten, ziet zij haar lege stolp, begint ze met grote ogen en wapperende armen vreselijk te roepen van ‘mais non!’ en ‘c’est pas vrai!’

Wij nog even trots zitten glimlachen, denkend aan een gespeeld moederlijk complimentje voor onze gezonde jongenseetlust. Moesten echter ieder zeshonderd oude francs bijbetalen!

@@@@@@@@@@@@@@@@@@@

Oooooooh, die dsb bank wauwelbek van weer zo'n bescheten vvd-ertje: 

frank de grave

Orde-voorzitter: Het CTG? Weg ermee ! (uit medisch contact)

DE OVERHEID, WEG ERMEE


Zoals bekend is de introductie van de DBC-systematiek verre van vlekke­loos verlopen. Eén van de trajecten waarin veel is fout gegaan, is de samenwerking tussen de Stichting DBC Onderhoud (SDO) en het CTG.
Onlangs is in opdracht van VWS door Het Expertise Centrum (HEC) onderzoek gedaan naar deze essentiële schakel in de ontwikkeling van het DBC-systeem. Rapportage over de resultaten heeft onder meer geleid tot het vertrek van de directeur van SDO. Voor het CTG is dit kennelijk onvoldoende. In een ontluisterend schrijven van zes kantjes aan VWS opent De Grave nu de frontale aanval op SDO, de DBC-systematiek en de vraaggestuurde zorg. Na wat inleidende beschietingen en een onbetamelijke beschuldiging aan het adres van de Orde, namelijk dat de Orde  SDO zou hebben gebruikt voor de behartiging van haar belangen - een beschuldiging die inderdaad slaat als een lid op een bekende jongensnaam - eist De Grave dat VWS SDO hiërarchisch onder het CTG plaatst, het beheer van de DBC-systematiek niet langer de verantwoordelijkheid van SDO laat en overgaat tot bestuurlijke ontmanteling van SDO. En passant wordt de nog in oprichting zijnde Stichting DBC InformatieSysteem (DIS), die de gegevens van de minimale dataset moet gaan beheren, eenzelfde regime in het vooruitzicht gesteld.
Even verder merkt De Grave fijntjes op dat het DBC-systeem instrumenteel is aan de ‘hervorming van de marktordening en regulering en geen doel op zich’. Voorwaar een open deur van formaat, immers producten zijn slechts de voorwaarde voor het creëren van markt. Met het debiteren van deze enormiteit onderstreept het CTG vooral wat men uiteindelijk wil voorkomen: vraaggestuurde zorg.
Sommige lezers zullen bij het lezen van de titel van mijn column gedacht hebben: ‘Voorzitter, gaat u hier niet te ver?’ Ik zou mij in deze gedachte wel kunnen vinden, ware het niet dat deze titel zo treffend illustreert wat het CTG bij herhaling laat zien: grensoverschrijdend gedrag. Frank de Grave heeft eerder gepostuleerd dat hij zich bij voorkeur ziet in de rol van een scheidsrechter die zich slechts ten doel stelt de spelers (zorgaanbieders en verzekeraars) het spel te laten spelen.

Het betreft hier dan wel een scheidsrechter die zijn grensrechters voor aanvang van de wedstrijd naar huis stuurt.
Hoe het CTG denkt over spelregels, kunt u overigens nalezen in de onlangs onder de jeuktitel ‘De zichtbare hand’ verschenen uitvoeringstoets. In deze ruim honderd (!!) pagina’s tellende bergrede van Frank de Grave wordt haarfijn uit de doeken gedaan hoe het CTG zich voorstelt elke ontwikkeling richting vraaggestuurde zorg onder een macht aan regelgeving te kunnen smoren. Kortom, De Grave holt straks in zijn eentje in zijn zwarte pakje over het veld, de spelers blijven wijselijk in de kleed­kamers.
Het is met het CTG als met het CDA: je kunt er een gereformeerde Zeeuw aan het roer zetten, maar het blijft de KVP. Met de komst van Frank de Grave is niet alleen het volledige CTG-bureau intact gebleven, ook aan de personele invulling, de bedrijfscultuur, het gedachtegoed en de uitgedragen missie is geen syllabe veranderd.
Het is dan ook niet goed voorstelbaar dat deze organisatie die in het verleden bestrijding van de markt als uitgangspunt voor haar handelen heeft gekozen, nu ineens de voorwaarden voor vraag­gestuurde zorg moet gaan scheppen. En daar waar dat niet voorstelbaar is, zal het dus ook niet gaan gebeuren.
Eigenlijk is hier maar één uitweg, geachte lezer, inderdaad: het CTG? de "overheid"? 
WEG ERMEE !

zaterdag 28 september 2019

Ahoi Wim


sms : Hee Menno, 

was even bij jou aan de deur. Zag gisteren je e-mail. Zo maak je het VWS wel makkelijk om je eruit te gooien! Maar ja, het is al gebeurd en jij voelt het zo!
Ik heb nog slecht nieuws. 
Mijn moeder is donderdagavond overleden. Zij had uitgezaaide kanker naar lever en longen. Zij is rustig ingeslapen. Het was een lieverd en ze werd 86. Hartelijke groeten van Wim 

sms: Gecondoleerd, dubbel sorry. Hartelijke groet terug. 

sms: Dankjewel, excuses zijn niet nodig! 


sms: 👍🌹

zondag 22 september 2019

Ayurveda

Ayurveda is een traditionele geneeswijze inheems aan het Indiase subcontinent. Tegenwoordig wordt het gerangschikt onder de alternatieve geneeswijzen. Ayurveda is een discipline van de Upaveda of "extra kennis" vanuit de Vedische traditie. De oorsprong van Ayurveda is dan ook gevonden in de Atharvaveda. Er zijn ook verschillende legenden die de oorsprong van Ayurveda toeschrijven aan Dhanvantari (of Divodasa) die het rechtstreeks van Brahma doorkreeg. In de Ayurvedische praktijken wordt veelvuldig gebruikgemaakt van geneesmiddelen op basis van kruiden en mineralen. Dierlijke producten zoals melk, boter en yoghurt worden ook gebruikt in een aantal Ayurvedische preparaten.

Terminologie[bewerken]

Het woord Ayurveda is een samenstelling van het woord āyus, dat "leven" of "levensprincipe" betekent, en het woord veda, dat "wetenschap" of "kennis" betekent. Het refereert dus aan een kennissysteem. "Ayurveda" kan derhalve vertaald worden als "kennis of wetenschap van het leven".

Geschiedenis[bewerken]

Over het ontstaan van ayurveda bestaat veel onzekerheid, maar aanhangers beweren dat het zich meer dan drieduizend jaar geleden in India ontwikkelde. Ayurveda is oorspronkelijk gebaseerd op oude teksten in het Sanskriet, de Charaka Samhita en de Susruta Samhita. De Charaka Samhita is vooral een lange filosofische tekst, aangevuld met een grote hoeveelheid hygiënische en medische informatie. De Susruta Samhita daarentegen is vooral bekend vanwege de vele uitgebreide beschrijvingen van chirurgische ingrepen. Ondanks het feit dat deze teksten nog steeds de basis van de Ayurveda vormen is de ontwikkeling niet stil blijven staan. Handelsbetrekkingen met China, contacten met Perzië via het Mogolrijk (16e en 17e eeuw) en later met Engeland en de rest van de westerse wereld leidden tot een regelmatige aanpassing van de Ayurvedische praktijken aan de op dat moment geldende opinies over ziekte en gezondheid.

Ziekte volgens Ayurveda[bewerken]

De centrale ayurvedische gedachte is dat een ziekte eerst in de geest ontstaat en zich pas na herhaald genegeerd te worden in het lichaam manifesteert. De Ayurveda stelt dat het lichaam onverbiddelijk gehoorzaamt aan de geest. De geest wordt daarbij beschouwd als de regisseur van de energieën die het lichaam doen leven. Die energieën worden gezamenlijk aangeduid als de ziel. De behandelwijze bestaat uit het bepalen van de ideale energieverdeling van de patiënt bij de geboorte (prakriti), het achterhalen van de precieze energie-onevenwichtigheid (vikriti), waar deze onevenwichtigheid vandaan kwam en in een zachtaardig programma de energiebalans weer te herstellen. De Ayurveda vertrouwt daarbij op het eigen herstellend vermogen van de mens.

Definitie van gezond zijn volgens Ayurveda[bewerken]

Volgens de Ayurveda is iemand in evenwicht zodra de huidige tri doshas in evenwicht zijn met de oorspronkelijke geboorteconstitutie.
Dat wil niet zeggen dat er voor die tri doshas objectief te bepalen waarden zijn die voor iedereen optimaal zouden zijn. Volgens de Ayurveda is ieder mens immers anders met tri doshas, die bij de geboorte optimaal in balans zijn. Dit evenwicht is volgens de Ayurveda grotendeels een kwestie van aanleg, maar wordt voor een klein deel ook door het jaargetijde, de stand van de planeten en de plaats van de wereld waar je geboren bent bepaald (zie astrologie). De optimale energieverdeling wordt "prakriti" genoemd.
De Ayurveda stelt dat zodra we groeien onze optimale energiebalans al snel vervormd wordt door vele verstorende factoren; ons prakriti verandert in een "vikriti". Elk vikriti betekent dat we niet meer totaal gezond zijn en dus dat we ons niet meer volledig in gelukzaligheid baden zoals een zuigeling dat nog kan.
Niemand kan een leven lang in een staat van gelukzaligheid verkeren, maar volgens de Ayurveda kunnen we er wel voor zorgen dat ons vikriti niet verergert en in lichamelijke symptomen uitmondt. De Ayurveda beschrijft methoden en technieken die we kunnen gebruiken om ons vikriti binnen de perken te houden. Uitgangspunt daarbij is dat je dit alleen kunt als je je eigen prakriti (geboorte-energiebalans) en vikriti (energie-onevenwichtigheid) kent.

Geestlichaamenergie volgens Ayurveda[bewerken]

De ayurvedische arts vraagt "Welke energieën heeft mijn patiënt in zich (bij geboorte en nu)?" De Ayurveda stelt dat ieder mens een unieke eigen geestlichaamenergieverdeling heeft; dat betekent dat een behandeling van ziekte pas plaats kan vinden zodra de prakriti en vikriti van de patiënt duidelijk zijn.
De Ayurveda stelt dat alle energie - in de geest, in het lichaam, in de wereld om ons heen - drie karakteristieken heeft, die dosha's worden genoemd. De drie karakteristieken heten samen de tri dosha. Alle energieën kennen deze karakteristieken; onze passies, de seizoensbewegingen in ons klimaat en kosmische energieën in sterren. De Ayurveda stelt dan ook "zo is de microkosmos, zo is de macrokosmos". De drie karakteristieken zijn:
  • De eerste karakteristiek is impulsenergie. Dit heet vata. Vata reguleert impulsen; beweging, verandering. Vata is merkbaar in droge herfstwinden. Vataverstoringen zijn gecorreleerd aan angst.
  • De tweede karakteristiek is vuurkracht. Dit heet pitta. Pitta zorgt voor vurigheid. Pitta is merkbaar in de spijsvertering, in hartstocht, heethoofdigheid, maar ook in vulkanen en in groepsgedrag op tropische dagen op het strand.
  • De derde karakteristiek is structuurkracht. Dit heet kapha. Kapha zorgt voor structuur en stevigheid. Kapha is merkbaar in berusting, bezitterigheid, maar ook tijdens een bewolkte, sombere winteravond.
De Ayurveda stelt dat elk wezen bij de geboorte een unieke, volmaakte verdeling van deze drie energiekarakteristieken heeft. Deze karakteristieken uiten zich in lichaamsbouw, immuunsysteem, karaktertrekken en gedrag. Zo is iemand die veel vata heeft vaak te herkennen aan een magere lichaamsbouw, met veel beweeglijkheid, een onrustige geest en veel activiteit, die echter alleen in vlagen komt. Iemand met veel vata is bevattelijk voor angst en stress. Omdat beiden in onze maatschappij veel voorkomen, is een vataverstoring de meest voorkomende energieverstoring van geest en lichaam. De Ayurveda biedt methoden om energieverstoringen weer in balans te brengen.

Ayurvedische diagnose van de geest-lichaam energieën[bewerken]


polsdiagnose
Verschillende Ayurvedische onderzoekers hebben vragenlijsten opgesteld die zich richten op het bepalen van de energiebalans in een persoon: de verdeling tussen impulskracht (Vata), vuurkracht (pitta) en structuurkracht (kapha). Deze vragenlijsten kunnen ingevuld worden voor de situatie waarin een patiënt zich op dat ogenblik bevindt (voor de vikriti) en voor de situatie in de vroege jeugd, voor zover die nog herinnerd kan worden. Zo meent men een beeld te kunnen krijgen van de (onevenwichtigheid in de) geestlichaamenergieën.
De andere belangrijk geachte methode om de staat van de geestlichaamenergieën te meten is via de polsdiagnose. Een ayurvedische arts of een ervaren Ayurvedische practitioner meent de lichaamsstromen te kunnen "meten" via polsdiagnose.

Ayurveda en ziektepreventie[bewerken]

De "geneesmiddelen" van de Ayurveda richten zich vooral op het bewust met de levensstijl en het gedrag omgaan. Hier volgt een kort overzicht van methoden en technieken die de Ayurveda aanwendt om balans in energiekarakteristieken te behouden of terug te brengen.

Levenswijze en ayurvedische ziektepreventie[bewerken]

  • Een mens heeft naar schatting 60.000 gedachten per dag, waarvan ongeveer 90% steeds dezelfde zijn. Veel van deze gedachten hebben het karakter van angst, of zijn anderszins disfunctioneel voor onze energieën. Met meditatie schakelen we tijdelijk deze gedachtestroom uit. Bijkomend effect is dat de lichaamsenergieën de ruimte krijgen om naar hun natuurlijke evenwicht toe te bewegen.
  • Aangezien onevenwichtigheid in de impulskracht de grootste veroorzaker is van onevenwichtigheden (vata:pitta:kapha staat als 4:2:1 oorzaken van ziekten), zijn volgens de Ayurveda rust en regelmaat van het grootste belang. Veel rust nemen, op tijd opstaan en op tijd naar bed gaan zijn daarom eenvoudige richtlijnen die, als ze gedisciplineerd worden toegepast, veel verschil in ziekteverloop kunnen maken.
  • Panchakarma is een methode om het lichaam van onzuiverheden te ontdoen.
  • De vreugdetechniek is een manier om pure gelukzaligheid als golven door het lichaam heen te laten spoelen. Dit is te vergelijken met het kippenvelgevoel dat bij muziekconcerten, films of theater soms ontstaat.

Lichaamsbeweging en ayurvedische ziektepreventie[bewerken]

  • Veel yogaconcepten zijn sterk verweven met ayurvedische principes. Er bestaan honderden verschillende yogaoefeningen die allemaal op een eigen aspect van geestlichaamenergieën betrekking hebben. Als een prakrit en vikriti eenmaal bekend zijn, is volgens de Ayurveda gerichte balancering daarvan mogelijk met specifieke yogaoefeningen.
  • Ademhaling is volgens veel oosterse tradities de verbinding tussen het innerlijk en de uiterlijke wereld. De Ayurveda biedt een aantal specifieke ademhalingstechnieken die ook bij yoga en in de chakratheorie worden gebruikt. De bekendste hiervan is de pranayama, oftewel evenwichtig ademhalen, beurtelings door een neusgat.
  • Ook vanuit de ayurvedische dinacharya, of dagelijkse routine, wordt lichaamsbeweging als preventief en curatief middel tot gezondheid aanbevolen. Meer bepaald vermelden de oude geschriften de bepaling dat dagelijks 20 minuten of zo'n 3 km wandelen bijdraagt tot de fysieke en geestelijke gezondheid van de mens.[1]

Voeding en ayurvedische ziektepreventie[bewerken]

De Ayurveda kent honderden kruiden en specifieke eetrichtlijnen voor verschillende typen mensen. De belangrijkste algemene voedingstips zijn:
  • Dagelijks op regelmatige tijden drie verse maaltijden nemen.
  • De lunch is de grootste maaltijd van de dag; ontbijt de kleinste.
  • Water warm drinken. Niet de kwantiteit is belangrijk, maar de frequentie; met regelmaat kleine slokjes warm water.
  • Warm eten: altijd vers, uit eigen streek, goed gaargekookt
  • Vooral voedsel eten dat de hoogste dosha’s kalmeert
  • Geen alcohol en/of koffie. Meditatie is een effectief alternatief.
  • Voorzie iedere maaltijd van de zes smaken:
  • Zoet, zuur, zout, bitter, scherp, samentrekkend (wrang)
Bekende kruiden uit de ayurveda die tegenwoordig ook buiten die traditie ingang vinden als voedingssupplementen zijn onder meer de adaptogenen ashwagandha en tulsi (holy basil).

Muziek en ayurvedische ziektepreventie[bewerken]

  • De Ayurveda beschouwt muziek als een complex aan trillingen, die volgens hen in wezen niet verschillen van de trillingen van de geestlichaamenergieën. Er is dus muziek die balancerend resoneert met geestlichaamenergieën, conform aan het relaxerende effect van bepaalde muziek.

Kritiek op Ayurveda[bewerken]

Ayurveda is een alternatieve geneeskunde die berust op een Indiase variant op de humorenleer.[2][3]
  • Er zijn wereldwijd officiële waarschuwingen van kracht vanuit verschillende landelijke overheden over lood of andere metalen in Ayurvedische producten.[4][5][6]
  • Wie gezond is, evenwichtig en gevarieerd eet en voldoende drinkt, kan op de natuurlijke en efficiënte afvalverwerking door het lichaam zelf rekenen. Wanneer de natuurlijke afvalverwerking door het lichaam faalt, is er sprake van lever- of nierfalen en is met spoed goede behandeling nodig en een goed advies voor levensstijl en voeding.
  • De Ayurveda beschouwt kanker als onevenwichtigheid in energieën die een lichamelijke uitingsvorm hebben aangenomen. In de moderne geneeskunde zijn kankers daarentegen goed bestudeerde verifieerbare aandoeningen die te maken hebben met een wildgroei van cellen.
  • De zogenaamde “polsdiagnose” is niet erkend als diagnostische methode in de geneeskunde: met een 'polsdiagnose' kan niets meer of minder vastgesteld worden dan de hartslag.

Literatuur over Ayurveda[bewerken]

  • R.H. Swami Persaud: “Kort en goed Ayurveda.” Kosmos, 2004.
  • Kees Commandeur: “Ayurveda, tekst en uitleg.” Bres, 2001.
  • Mehta: “Gezond met ayurveda.” Ankh-Hermes, 2001.
  • Ed Verhoeff: “Maharishi Ayurveda. Gezond zijn en blij.” Mirananda-Synthese, 1990
  • Deepak Chopra: “Je leven in balans.” Ankh-Hermes, 1990.
  • Ingeborg Bosch: "Illusies". Uitgeverij Veen, 2003.
  • drs. Victor Manhave: "Begrijpelijk Ayurveda" Uitgeverij Schors te Amsterdam 2008
  • Lies Ameeuw : "Ayurveda vanuit het hart" Uitgeverij Hautekiet te Antwerpen, 2011 & 2012
  • Tiwari, Maya: "Het Grote Ayurveda Handboek" Uitgeverij Schors V.O.F., 2010
  • Manhave, Victor: "Begrijpelijk Ayurveda" Uitgeverij Schors 2010
  • Etienne Premdani: "Het juweel der geneeswijzen" Uitgeverij Oorsprong, Uitgeverij 2017

vrijdag 20 september 2019

alweer fotootjes pro memorie van Eline en Stijn







Aska, all comes from nothink~nothing

Harmonia van christian loffler en all comes from nothing klinken als aska aan het woord. 

Aska rook heerlijk, merkte ik, toen ik haar een kus gaf op Valentijnsdag. Dit is waar, 14 februari 2018 heb ik 2 uur lang tevreden snuffelend op de bank gezeten.

Ze rook het lekkerste ooit.

Nee, ik was niet teleurgesteld, ik wist het al nagenoeg zeker dat ik geen match voor haar was, verbaasde me zelfs over haar teleurstelling (op internet stond bij haar naam een huilende aska met "this is NOT the man i want," een paar dagen later gevolgd door sau nummer 4, duits voor varken nummer 4, goh ja, dat is echt gebeurd, dat was toch heel vreemd en bijzonder, een bezield internet heb ik toen echt gezien, nu niet meer in 2022/2023….komt misschien weer). 

woensdag 18 september 2019

als ik iemand van mijn team ajax of barcelona, als ik een speler een kruisje zie slaan en die van het andere team madrid of psv doet hetzelfde, wat hep dat dan nog foor sin, ja, dat slaat toch nergens op, ja, een echt simpele siel denkt dan misschien, ah, die slaat een kruisje, de ander niet dus als er een kruisjes god bestaat dan hep die se voordeel, ja, so denk ik niet, foor mei is alle geloof bijgeloof, Johan Cruijff (foundation)






Als iemand nog in een katholieke of protestantse god gelooft na het onderstaande gelezen te hebben, dan vind ik dat vreemd. Het zijn verhalen in de bijbel, 2700 tot 1900 jaar oud, over een ark van noach, kan nooit waar zijn, jonas in een walvis, een pratende slang en meer sprookjes en larie koek, maar dan moet je het opeens symbolisch zien..

Maarten 't Hart - 2011 - ‎Fiction
Een gesel der mensheid Mij viel een boek in handen van Gerhard Fittkau, ... Zo'n onwankelbaar geloof blijkt zonder meer een 'kracht Gods tot zaligheid te zijn'.

maandag 16 september 2019

Tesla, Bohr, Einstein, Gerard ‘t Hoofd



Kun je, AI, iT en eT, de wet van de zwaartekracht uitleggen en dat "probleem" van Gerard 't Hooft oplossen ? 

Tesla zag het beter dan Einstein ? Bewezen is dat Bohr eT beter zag dan Einstein, alleen weet ik niet meer wat. Einstein zei dat hij Tesla intelligenter vond dan zichzelf.


Tegenwoordig houdt ’t Hooft zich bezig met de zoektocht naar een theorie van kwantumgravitatie, die de vier fundamentele natuurkrachten in één model samenvat, oftewel de kwantummechanica met de algemene relativiteitstheorie verenigt. Een van de wegen waarlangs men dit probeert is de snaartheorie.
Over de snaartheorie had ’t Hooft aanvankelijk bedenkingen. Hij vond dat de aanhangers van deze modieuze theorie te rooskleurige verhalen verspreidden over hun resultaten. Loaded with overstatements, vol overdrijvingen, zo beschreef hij in 1996 de berichten uit het snaren-kamp, in werkelijkheid begrijpen ze het instorten van sterren niet beter dan anderen.[3] In latere jaren is hij zich toch met de snaartheorie bezig gaan houden. Zo geeft hij er college in en heeft hij er een aantal wetenschappelijke artikelen over geschreven.
’t Hooft heeft in 1997 in het televisieprogramma Noorderlicht verklaard, dat hij in zijn hart determinist is: aan al het toeval in de kwantummechanica moet een helemaal door oorzaak en gevolg bepaalde detailwereld ten grondslag liggen. Daarmee schaart hij zich achter Albert Einstein, die dezelfde mening had.[4] Binnen het deterministische wereldbeeld is weinig ruimte voor een vrije wil of een persoonlijke god.
In het verlengde van dat determinisme ligt de positie die ’t Hooft innam in het debat over de informatieparadox bij zwarte gaten. Terwijl Stephen Hawking en anderen zeiden dat informatie in een zwart gat verloren kan gaan, hield ’t Hooft, met anderen, vol dat de informatie er op de een of ander manier weer uitkomt. Hawking gaf in 2004 zijn ongelijk toe.[5]

Over de vraag of de natuurkunde ooit de theorie van alles vindt, is hij iets minder optimistisch dan veel van zijn collega's. Hij betoogde in januari 2005 in Nature dat het aanlokkelijke idee van een natuur die maar op één manier in elkaar 'kan' zitten en door een eenvoudig wiskundig basisprincipe wordt beschreven, niet met de waarneming strookt.



@@@@@~~@@@@@

Multatuli de grootste ? Bij het genie spreekt niet de persoon maar het werk, bij multatuli spreekt de persoon altijd en het werk te zelden. Multatuli is aanhoudend vervuld van zichzelf.

Wel t hart: Ik begrijp niet waarom het nodig is te onderscheiden tussen groot, groter, grootst. Vanwaar toch die overigens altijd van mannen stammende hiërarchische indelingen ? Ontgroeien we dan nooit aan de apenrots.

In mijn beleving hechten veel, heel veel vrouwen meer waarde aan die hiërarchie, bijvoorbeeld bij partnerselectie, maar bij alles, daardoor vind ik sommige vrouwen stommer, zo conform, zo meegaand, zo passief meedoen aan het verkeerde. 
Ze, vrouwen, hebben die simpele indeling, hiërarchie, nodig, anders kennesenieleefe nie. Mannen als poetin en hitler zijn de grootste krengen.

@@

https://nl.wikipedia.org/wiki/Socrates_(filosoof)

Socrates (Athene, ca. 470/469 v.Chr. - aldaar, 399 v.Chr.)[1] of Sokrates (OudgrieksΣωκράτης) was een klassiek GrieksAtheense filosoof. Hij wordt beschouwd als een van de stichters van de westerse filosofie, al liet hij zelf geen geschriften na. Hij is bekend geworden door de verslagen van zijn studenten, met name die van Plato en Xenophon, en door de toneelstukken van zijn tijdgenoot, Aristophanes.


Het socratische probleem

Het 'socratische probleem' is de moeilijkheid om te bepalen wie de historische Socrates in werkelijkheid was en in hoeverre de diverse literaire representaties zijn denken accuraat weergeven. Socrates liet immers zelf geen geschriften na, zodat historici die zich een beeld willen vormen van zijn leven en filosofie zijn aangewezen op verslagen van diens tijdgenoten. Dit zijn voornamelijk drie primaire bronnen: Aristophanes met venijnige kritiek op Socrates' filosofie (zwaar gekarikaturiseerd, een idee van hoe Socrates bij de gewone man in de straat overkwam), Xenophon en Plato, vooral in zijn dialogen Apologie en Symposium. In Plato's beschrijving van Socrates wordt er geen scherpe lijn getrokken tussen 'de historische Socrates' en 'de platonische Socrates', die de rol van woordvoerder van Plato's filosofie op zich neemt. Daardoor blijft de "echte" Socrates verborgen en beschikken we slechts over interpretaties van zijn opvattingen en idealiseringen van zijn leven.

Plato

Plato (427–347 v.Chr.) wordt vaak beschouwd als de belangrijkste bron van informatie over Socrates' leven en filosofie.[2] Tegelijk geloven veel geleerden echter dat Plato, literair kunstenaar als hij was, "Socrates" te veel vereerde en zijn imago zo overdreef dat hij dingen zou hebben gedaan of gezegd die veel verder gingen dan wat aannemelijk is voor de historische Socrates. Daarom wordt Xenophon, als historicus, vaak gezien als betrouwbaarder bron voor de historische Socrates. Bij interpretatie van passages in werken van Plato is er voortdurend discussie of Plato daar de historische Socrates beschrijft of zijn fictieve projectie. Zoals Martin Cohen het uitdrukte, biedt Plato, de idealist, "een idool, een meesterfiguur, voor de filosofie. Een heilige, een profeet van de "Zonnegod", een leraar die werd veroordeeld voor zijn ketterse leer."[3]
Plato was ongeveer 28 jaar oud toen Socrates veroordeeld werd. Hij kwam net als andere jongelingen van zijn sociale klasse vaak in contact met Socrates en kende hem erg goed. Hij was de belangrijkste leerling van Socrates. Historici zijn het er over eens dat namen van personen, plaatsen en dateringen in zijn dialogen vaak overeenkomen met wat archeologisch en literair onderzoek opleverde. Het lijkt dus aannemelijk dat wanneer hij Socrates als hoofdfiguur laat optreden, de beschreven situaties en dialogen vrij goed aansluiten bij de realiteit, ook al zijn de dialogen zelf gedramatiseerd en literair bewerkt. Hier volgt echter niet uit, dat wat Plato schrijft over Socrates, een getrouwe weergave is van diens denkbeelden of dat het niet mogelijk is dat hij de figuur Socrates aanwendt om zijn eigen filosofische concepten vorm te geven en te verwoorden. Bij heel wat episodes uit het leven van Socrates was Plato niet aanwezig. Zo was hij niet op zijn proces, en de kennis die hij had over de jeugd van Socrates moest ook uit tweede hand zijn.
Door zijn weergave in Plato's dialogen is Socrates bekend geworden voor zijn bijdrage op het gebied van ethiek, en het is deze platonische Socrates die ook zijn naam leent aan de concepten van de socratische ironie en de socratische methode, of elenchus. De socratische methode blijft een veel gebruikt hulpmiddel in een brede waaier van discussies, en is een vorm van opvoedkunde waarin een reeks vragen niet enkel gevraagd worden om antwoorden te krijgen, maar ook om het fundamenteel inzicht in de problematiek aan te moedigen. Het is ook Plato's Socrates die een belangrijke en blijvende bijdrage leverde op het vlak van de kennistheorie en logica, en de invloeden van zijn ideeën en aanpak blijven sterk in het voorzien van een basis voor de westerse filosofie die na hem kwam.

Aristophanes

De vroegst bekende beschikbare bron is de toneelschrijver Aristophanes (ca. 450- ca. 386 v.Chr.) In zijn komedie 'De Wolken' (Grieks: Νεφελαι) uit 423 v.Chr. steekt hij de draak met de filosoof Socrates en stelt hem voor als iemand die een verderfelijke invloed uitoefent op de Atheense samenleving en geen respect heeft voor de goden.

Xenophon

De soldaat en historicus Xenophon (ca. 430 - ca. 350 v.Chr.)[4] maakt in zijn Memorabilia melding van het feit dat hij 'nog nooit iemand had ontmoet die zo'n belang stelde in wat elk van zijn metgezellen aan kennis bezat'. Het lijkt Plato's beeld van Socrates, als iemand die door middel van indringende dialoog zijn kennis wilde vergroten, te bevestigen. Xenophon schildert Socrates wel af als een praktische en hulpvaardige persoon, die hem onder meer adviseerde over de beste manier om geld te verdienen (Xenophon, Memorabilia 2.7) en een vermogen te beheren (Xenophon, Oeconomicus), wat afwijkt van de filosofische en de materieel onverschillige Socrates die Plato beschrijft. Hoogstwaarschijnlijk laat Xenophon hier Socrates optreden als spreekbuis voor bespiegelingen over dingen die hem zelf interesseerden. Andere werken waarin Xenophon Socrates vernoemt zijn AnabasisApologieHellenica en Symposium. Wat zijn geloofwaardigheid vergroot is echter precies die nuchtere instelling als historicus en schrijver van Hellenica, dat de geschiedenis van Griekenland in de periode 411 - 362 v.Chr. bestrijkt. In dat opzicht valt het te verdedigen dat Xenophon als niet-filosoof in bepaalde opzichten een meer accuraat portret van Socrates heeft opgehangen dan Plato deed. Alleen is zijn Socrates wat te alledaags om het aannemelijk te maken dat hij na zijn dood de inspiratie vormde voor het schrijven van zoveel socratische dialogen.

Basis van zijn leermethode

De leuze Ken u zelf, Γνωθι σεαυτον (Gnothi seauton), leek zijn leidmotief bij de benadering van kennis over de werkelijkheid. Hoe kan iemand iets kennen, als hij zichzelf niet kent? Wie kent er dan? En wat is de waarde van zulke ongegronde kennis? Hij leek vooral zelf op zoek naar die ultieme kennis van het diepste zelf, waarzonder men niets echt kent. En als men dat kent, dan weet men tenminste wie er niets kent, en kan van daaruit reële kennis worden opgediept.
Dat opdiepen van kennis moest volgens Socrates gebeuren zoals een vroedvrouw een kind ter wereld helpt komen, door tussen te komen met beurtelings aanmoediging om door te gaan of op te houden, en zijdelings te helpen duwen en masseren. Hij noemde deze gesprekstechniek de μαιευτικη τεχνη (maieutikè technè), de vroedvrouwtechniek. Men moest bij de 'leerling' of de zoeker naar waarheid deze techniek toepassen om hem te helpen die waarheid, de echte kennis, in zichzelf te ontdekken. Want alleen in zichzelf heeft men echte kennis. Al het andere van horen zeggen en van zien doen is namaakkennis. Kennis moest volgens hem helemaal authentiek zijn. Zijn techniek kwam bij de ander over alsof er van de hak op de tak gesprongen werd, maar Socrates was enkel aan het pogen de stevigheid van de reeds verworven kennis te toetsen, en al wat los zat moest worden verlaten. Op velen kwam hij arrogant en pedant over met zijn eeuwige vragen, die er enkel om bedoeld waren de ander uiteindelijk tot zichzelf te laten komen. Maar dit werd hem vaak niet in dank afgenomen, zeker niet door de grotere gevestigde ego's van de maatschappij (die evenmin zichzelf kenden).

Communicatie als methode

Socrates stelde communicatie centraal. Men vond hem altijd ergens op de agora omringd door een groepje toegewijde luisteraars, met daartussen ook enkele achterdochtigen of zelfs afluisteraars. Hij toetste zijn denkbeelden voortdurend in zogeheten 'dialectische' of socratische gesprekken met allerlei mensen, en perste als het ware hun kennis uit hen, om die vervolgens op waarheids- en houdbaarheidsgehalte te onderzoeken en zo nodig te verwerpen. Men noemde deze verwerping aporia, van het Griekse aporein: zich geen uitweg meer weten. Hij vergeleek zijn werkwijze ook met die van een horzel, die een traag paard (Athene) probeerde wakker te houden, en dat leverde hem onvermijdelijk vijanden op. Niet iedereen kon deze methode van onderzoek (elenchus) immers waarderen. Onderwerpen voor deze dialogen waren meestal deugden als rechtvaardigheid, zelfbeheersing, vroomheid, dapperheid en wijsheid. Door beredeneerd onderzoek van ieders kennis van toepassingen zocht Socrates naar algemeen geldende waarheden en principes voor het menselijk doen en laten, essenties. Hij was ervan overtuigd dat het mogelijk was door inzicht en kennis de deugd te vinden en vond dat iedereen de deugd kan aanleren, zijnde een zaak van het intellect. Dit denken wordt ook wel het ethisch intellectualisme genoemd. Iemand die ware kennis had van het goede, zou volgens Socrates ook niet in staat zijn om het kwade te doen.
Socrates paste de inductieve methode van redeneren toe, waarbij hij vanuit een verzameling van details naar het geheel toewerkte, ofwel door toetsing van vele individuele inzichten tot een algemeen geldende waarheid trachtte te komen. Zijn uitgangspunt was "Ik weet dat ik niets weet"; daarmee attaqueerde hij methoden van de sofisten, de rondtrekkende leraar-deskundigen van die dagen, maar erkende tevens dat ook hij niet het definitieve antwoord had op het ethisch-kentheoretische vraagstuk. Wel boekte hij een negatief resultaat: hij bakende scherper af wat ondeugd was. Zelf leefde hij consequent naar de wel gevonden principes.

Morele onkreukbaarheid als uitgangspunt

Twee voorbeelden van die morele onkreukbaarheid zijn de volgende: Op een gegeven moment (404 voor Christus) was er in Athene een periode van terreur (door de zgn. Dertig Tirannen) Deze kliek probeerde Socrates te compromitteren door hem te bevelen een zekere Leon te arresteren die in Salamis woonde. De dertig konden echter volgens de wet geen jurisdictie laten gelden. Deze Leon zou vervolgens ter dood gebracht worden. Socrates weigerde. Hij behield zelf alleen maar het leven doordat niet lang daarna de dertig werden vervangen door een nieuwe democratie. Twee jaar later, onder de nieuw gevestigde democratie, was hij toevallig voorzitter van de volksvergadering (die functie rouleerde namelijk) vlak nadat Athene bij de Arginusae een zeeslag had uitgevochten. Daar gingen 25 schepen verloren, maar de vijand verloor er zo'n 75. De Atheense bevelhebbers waren echter door een opgestoken storm niet teruggegaan om eventuele overlevenden te helpen en om de lijken te bergen (die dan thuis verbrand konden worden met een obool in de mond voor Charon de veerman). Het Atheense volk was furieus en wilde de betrokkenen het liefst meteen lynchen, maar ze wilden dat de schijn van legitimiteit geven door middel van een hoofdelijke stemming in de vergadering zonder begeleidend proces. Door allerlei dreigementen kwam Socrates alleen te staan, maar hij bleef weigeren met de procedure akkoord te gaan. Hij werd overigens overstemd en de executies vonden toch plaats. Dit vonden zijn leerlingen vreemd, maar ze konden er niks aan doen om die doodstraf te voorkomen.

Socrates en de sofisten

Met de sofisten had Socrates gemeen dat hij zich op menselijke gedragingen richtte en minder op de natuurfilosofie zoals de presocraten of presocratici. En evenals de sofisten vond Socrates het gesproken woord belangrijk, maar met de invulling die hij hieraan gaf zette hij zich juist tegen hen af. De nadruk die sofisten legden op “gelijk krijgen” in plaats van “gelijk hebben”, leidt volgens Socrates tot een cynische opvatting over het leven, waarin waarachtigheid en ethiek ondergeschikt zijn. Het belang dat de sofisten hechtten aan overtuigingskracht en welsprekendheid als doel op zich, verraadt slechts een gebrek aan inzicht in de waarheid in de vorm van objectieve en algemeen geldende maatstaven om het menselijk gedrag aan te beoordelen. De pretentie van de sofisten om leerlingen een juiste levenshouding bij te brengen kan dan volgens Socrates niet worden waargemaakt.

Socrates en Plato

Plato was eigenlijk een dichter. Op een dag liep hij met enkele rollen eigen werk onder de arm naar de plaats waar hij hiermee de deelname aan een wedstrijd voor de beste poëzie kon waarmaken. Toen hij over de agora (Grieks voor "markt") liep, hoorde hij de stem van een man die zijn aandacht trok. Hij ging op een groepje toehoorders rond die man af en ontmoette er Socrates. Geboeid bleef hij daar de hele tijd staan luisteren, tot het te laat was om zijn werk nog op het bureau af te geven. Dit voorval gooide zijn hele leven om en hij begon de weg van Socrates te volgen en te bestuderen.
Omdat we Socrates voornamelijk via Plato kennen, is het (nog steeds) onduidelijk waar Socrates' leer precies ophoudt en waar die van Plato begint. In zijn Metafysika (987b) zegt Aristoteles echter dat Socrates voorbijging aan de fysieke wereld en zijn denken wijdde aan de moraal en zich als eerste denker in déze sfeer op de definities richtte om naar de universalia te zoeken, en dat Plato hem hierin volgde. Plato nam aan dat er geen algemene definities van de zintuiglijke dingen konden zijn (die immers waarneembaar steeds aan verandering onderhevig waren) en dat we daarom de algemene definities dus elders moeten zien te vinden. Plato noemde die algemene definities: "Ideeën". Alles overziend kunnen we stellen dat Plato voortborduurde op de socratische dialectische methode waarmee Socrates de (meestal nog onvolmaakte) definities van anderen toetste in hun onderling verband (en waarmee hij zich niet altijd populair maakte). Zoals Plato een zelfstandig bestaan toekende aan de ideeën, deed Socrates dit niet ten aanzien van zijn definities.

Biografie

Socrates was getrouwd met Xanthippe en had drie zoons, die nog jong waren toen hij stierf: Sophroniscos, Lamprocles en Menexenos. Hij vocht als hopliet in de Peloponnesische Oorlog, wat een aanwijzing is dat hij tot de middenklasse behoorde. Hij vroeg geen geld voor zijn filosofische onderricht, maar kreeg soms een gift.

Het proces tegen Socrates en zijn dood door de gifbeker


De dood van Socrates, door Jacques-Louis David olieverf op doek, Metropolitan Museum of Art, New York
In 399 v.Chr. werd Socrates aangeklaagd: "Meletus: Socrates pleegt onrecht door de goden die de stad vereert niet te vereren en door nieuwe goddelijke wezens te introduceren; voorts pleegt hij onrecht door zijn slechte invloed op de jeugd. De geëiste strafmaat: de dood".
Zijn kritische houding ten opzichte van de Atheense vorm van democratie en het vaak tot de grond toe afbreken van gevestigde opvattingen van de elite lagen zeer gevoelig gezien de recente perioden van overheersing door oligarchen, gepaard gaande met veel onrecht (ook gepleegd door voormalige leerlingen van Socrates, waaronder Critias en Charmides) en nieuwe dreiging daarvan.
Bovendien werd Socrates ervan verdacht geheuld te hebben met de machthebbers tijdens deze vreemde overheersing (na de Peloponnesische oorlog, toen Sparta Athene versloeg).
Er was echter algemene amnestie verleend voor vergrijpen gepleegd vóór 403, waardoor het formeel alleen ging om vergrijpen in de afgelopen vier jaar.
Het is niet duidelijk onder welke wet / wetsartikel het in de aanklacht genoemde strafbaar was gesteld.
Tijdens het proces verdedigde Socrates zichzelf door een dialoog aan te gaan met de jury van aanklagers volgens zijn altijd consequent gebruikte dialectische methode (zie ook Apologie van Socrates). Vrijwel alle juryleden stonden aan het begin van het proces vijandig tegenover hem. Hij dreef hen echter zo in het nauw dat zij aan het eind van die dialoog niet anders konden dan de onjuistheid van de aanklacht te erkennen. Socrates was dermate overtuigend dat hij er bijna in slaagde de meerderheid van de juryleden in zijn voordeel te laten beslissen. Het verschil tussen het aantal juryleden pro en contra bestraffing was zo klein dat de rechters Socrates toestonden zelf zijn strafmaat te bepleiten.
In plaats van te proberen de laatste twijfelaars te overreden, gooide Socrates het echter over een totaal andere boeg: die van de spot. Hij stelde eerst een beloning voor in plaats van een straf, en lachte rechters en juryleden uit. Vervolgens stelde hij als alternatieven een lage boete, en vervolgens een hoge boete voor (drie vrienden stonden samen garant voor dit bedrag). De hele gang van zaken joeg de jury zo tegen hem in het harnas dat hij uiteindelijk de doodstraf kreeg. Deze werd altijd uitgevoerd door middel van het drinken van een beker met een extract van gevlekte scheerling - een plant met een langzaam werkend dodelijk gif.
De mogelijkheid om te ontsnappen uit Athene en zo de uitvoering van het doodvonnis te ontlopen, liet Socrates voorbijgaan, zie ook Crito (Plato). Hij vond dat het, na jaren als burger van Athene de Atheense wetten te hebben onderschreven, onjuist zou zijn om zich nu te onttrekken aan een op die wetten gebaseerd oordeel, hoe onrechtvaardig dit oordeel ook was.
Socrates koos ervoor het gif in te nemen te midden van zijn leerlingen en vrienden, met wie hij nog een tijdje kon spreken. De dag dat het vonnis zou worden voltrokken, besprak hij dan ook nog allerlei filosofische kwesties, zie ook Phaedo (Plato). Zo geloofde Socrates in de onsterfelijkheid van de ziel. Volgens hem kon een goed mens niets slechts overkomen, niet bij leven en niet na de dood. Zijn laatste woorden hadden betrekking op de traditionele gewoonte om in de tempel van Asklepios, de god van de Geneeskunst en zoon van Apollo, een haan te offeren uit dank voor genezing, om genezing af te smeken of om bij een naderende dood de ziel van de overledene te vergezellen naar Hades, de onderwereld. Vlak voor zijn sterven sprak hij tegen zijn vriend Crito deze laatste woorden: “Crito, we zijn een haan verschuldigd aan Asklepios; betaal hem, vergeet het niet”.
Plato's beschrijving van het proces tegen Socrates in de Apologie en diens dood in de Phaedo behoren tot de bekendste werken uit de filosofie.

Zie ook




Xanthippe

Naar navigatie springenNaar zoeken springen

Xanthippe, Promptuarii Iconum Insigniorum(1553) gepubliceerd door Guillaume Rouillé
Xanthippe (hetgeen eigenlijk “Blonde Merrie” betekent) was de (waarschijnlijk) tweede echtgenote van de filosoof Socrates. Ze wordt een paar keer vermeld in het werk van Plato en Xenophon.
Er zijn bepaalde aanwijzingen dat zij Socrates’ tweede vrouw was. Hij is met haar wellicht op latere leeftijd gehuwd, want de drie kinderen uit het huwelijk waren nog niet volwassen toen hun vader op 70-jarige leeftijd stierf. Volgens de overlevering was zij een lastige en humeurige vrouw, die steeds maar zeurde en Socrates het leven onmogelijk maakte. Deze typering berust waarschijnlijk op een verdraaiing van de feiten door de Cynische School achteraf, of is althans sterk overdreven.
In werkelijkheid was Xanthippe mogelijk eerder een verstandige en zelfbewuste vrouw die met lede ogen toekeek hoe haar man de hele dag in Athene rondhing zonder zich om de materiële zorg voor zijn gezin te bekommeren.[bron?]

Naleven[bewerken]

In de moderne tijd hebben verschillende auteurs gepoogd de nagedachtenis van Xanthippe in eer te herstellen, door begrip voor haar moeilijke positie op te brengen. Enkele voorbeelden:
  • Marianne Eichhalz, in haar dialoog “Xanthippe verteidigt sich” (1956)
  • de Vlaamse auteur Paul Lebeau, in zijn roman “Xanthippe” (1959)
  • Dimitri Kollatos, in zijn theatermonoloog “La Femme de Socrate” (1973) 


Zomer 2006 in de kano op de dordogne met Stijn in het midden en Eline rechts, onderaan. 
Menno, de nercist (samentrekking nerd en narcist) uiterst links.